Waarom slachtoffers van narcisme zelf hun heling saboteren?

Zelfsabotage bij narcistisch misbruik – herken de patronen en bouw mentale weerbaarheid

Ze ligt wakker terwijl het huis ademt.
In de gang kraakt een plank.
De koelkast slaat aan en weer uit.
Haar telefoon ligt met het scherm naar beneden naast het bed.
Toch trilt haar borstkas alsof er elk moment een bericht kan komen.
Ze sluit haar ogen en begint opnieuw te denken.
Wat zei ik precies.
Had ik het anders moeten verwoorden.
Misschien begreep hij het verkeerd.
Misschien heeft hij nu door wat ik bedoelde.
Misschien.

Zo ziet de spiraal eruit van binnen.
Piekeren dat niet stopt.
Zelfkritiek die niet verzacht.
Gedachten die als een koord rond de keel trekken tot het lichaam mee begint te lijden.
Hoofdpijn.
Een maag die dichtklapt.
Schrikreacties bij het minste geluid.
Een zenuwstelsel dat geen rust meer kent.

Heling wordt onmogelijk wanneer de blik voortdurend naar buiten gericht blijft.
Zolang hij het middelpunt is, draai jij in zijn baan.
Elke ronde lijkt je nog één inzicht te missen, nog één gesprek te moeten voeren, nog één bewijs te moeten vinden.
Het is de illusie van bijna.
Bijna begrepen.
Bijna gezien.
Bijna genoeg.
En telkens wanneer je bijna denkt te landen, word je opnieuw gelanceerd.

Die hardnekkigheid komt niet alleen van hem.
Ze wortelt in oude grond.
Wie als kind opgroeide met verwaarlozing of verwarring, leert vroeg dat liefde iets is wat je verdient door je best te doen.
Door stiller te zijn.
Beter.
Gedienstiger.
De relatie met een narcist triggert precies die oude pijngaten.
Oude angst wordt nieuw bewijs.
Oude hoop krijgt een nieuw gezicht.
En jij blijft geven, omdat je ooit leerde dat genoeg geven ooit genoeg zou zijn.

Zelfkritiek is in die wereld geen stem, maar een koor.
Ze klinkt in alles wat je doet.
Je leest een bericht opnieuw en zoekt waar jij fout ging.
Je weegt elke zin die je schrijft op een gouden weegschaal die nooit in evenwicht komt.
Omdat verlatingsangst fluistert dat jij de sleutel draagt tot vrede.
Als jij het maar juist doet, valt alles op zijn plaats.
Als jij maar zachter praat.
Als jij maar harder werkt aan jezelf.

Zo ontstaat afhankelijkheid in de kieren tussen hoop en paniek.
Wanneer hij bevestigt, voel je opluchting.
Wanneer hij zwijgt, zakt de grond.
Je lichaam leert die schommeling en raakt er verslaafd aan.
Niet aan hem, maar aan het ritme.
Aan de afwisseling van beloning en ontzegging.
Aan het bijna.

Er is nog iets dat het ingewikkeld maakt.
Wat jij voelt, is niet alleen van jou.
Emoties zijn besmettelijk.
In een huis, in een chat, in een stilte die beladen is.
Zijn woede, zijn kilte, zijn drama trillen door tot in jouw zenuwstelsel.
Je pikt het op, je draagt het even, je denkt dat het van jou is, en je reageert vanuit die lading.
Zo wordt de heling niet alleen een gevecht met je eigen wond, maar ook met de echo’s van de zijne.

Zolang je op automatische piloot loopt, winnen de oude scripts.
Ze sturen je handen sneller dan je wil.
Ze sturen je antwoorden nog voor je voelt wat je eigenlijk wilde zeggen.
En elke keer dat je vanuit dat script reageert, bevestig je het patroon.
Niet omdat je zwak bent.
Omdat je zenuwstelsel kiest voor wat het kent.

Er komt pas ruimte wanneer je durft zien wat er werkelijk gebeurt.
Niet met harde oordelen, maar met heldere namen.
Ik ben niet plots waardeloos omdat hij zwijgt.
Mijn lichaam is bang, maar ik ben niet mijn angst.
Deze gedachte is oud en draagt niet mijn waarheid.
Wat ik nu voel is een echo, niet een kompas.

Bewustzijn is geen toverwoord.
Het is een kleine lamp die je telkens opnieuw aandoet.
Je merkt hoe snel je grijpt naar je telefoon en je legt hem weer neer.
Je voelt de neiging om uit te leggen en je kiest voor stilte met een korte, feitelijke zin.
Je hoort de oude stem die zegt dat jij het moet oplossen en je zet een grens neer die niet schreeuwt en toch niet wijkt.
Vandaag één keer.
Morgen opnieuw.
Niet spectaculair.
Wel echt.

Heling begint wanneer jij jezelf terug in het midden zet.
Niet als tegenaanval, maar als thuiskomst.
Je schrijft op waarom je vertrok en bewaart het voor de nacht waarin je geheugen je verraadt.
Je leert emoties observeren zoals je naar wolken kijkt.
Je laat ze komen.
Je laat ze gaan.
Je beslist niet in de piek en niet in de diepte.
Je beslist wanneer het water rustiger is.

Je bouwt routines die je zenuwstelsel geloven.
Regelmaat in eten, slapen, ademen.
Een wandeling die niet over dapperheid gaat maar over herhaling.
Een lichaam dat voelt dat er stukken voorspelbaar zijn.
Want voorspelbaarheid is wat trauma heeft gemist.
En wat heling nodig heeft om te wortelen.

Je leert grenzen op tijd.
Een grens is geen drama.
Het is een deurklink die je rustig omlaag drukt.
Hier stop ik.
Hier antwoord ik niet meer.
Hier communiceer ik enkel schriftelijk en feitelijk.
Hier kies ik voor afstand die mij niet straft, maar draagt.

Er mag rouw zijn voor wat nooit kwam.
Voor het kind in jou dat zo lang wachtte op een moeder of vader in iemand die dat niet kon zijn.
Voor de jaren waarin je dacht dat later het redt wat vandaag niet lukt.
Rouw die niet wegduwt maar erkent.
Ja, dit deed pijn.
Ja, ik ben blijven proberen.
Ja, ik laat nu los wat mij wegduwt van mijzelf.

Je kunt ondersteuning vragen zonder opnieuw afhankelijk te worden.
Therapie die je helpt je patroon te zien.
Coaching die je taal geeft voor je grenzen.
Oefeningen die je gedachten vertragen en je adem verdiepen.
Maar ook daar blijft de kern dezelfde.
Niet de narcist, jij bent de sleutel.
Niet zijn inzicht, jouw helderheid.
Niet zijn liefde, jouw zelfliefde.

Stel je voor dat je op een ochtend de tafel dekt voor één.
Niet als symbool van eenzaamheid, maar als oefening in aanwezigheid.
Een kop koffie die warm blijft.
Een stoel die je niet bewaart voor iemand die niet komt.
Je legt je hand op je eigen borst en voelt dat je hart klopt zonder toestemming te vragen.
Je wacht niet op het bericht om te weten wie je bent.
Je bevestigt jezelf en de dag wordt zachter.

De saboteur in jou heeft nooit kwaad gewild.
Ze probeerde je te beschermen met de middelen die ze kende.
Uitleg.
Pleasen.
Volhouden.
Nu leer je haar iets nieuws.
Stilte die niet kil is.
Grenzen die niet straffen.
Kiezen zonder schuld.

Er komt een avond waarop je telefoon weer trilt en je zenuwstelsel wil rennen.
Je ademt.
Je leest niet meteen.
Je legt het toestel terug.
Je pakt een pen en schrijft drie zinnen aan jezelf.
Ik ben veilig.
Ik ben genoeg.
Ik hoef dit niet op te lossen.
Dan open je het bericht, of niet.
Maar wat je kiest, komt deze keer uit jou.

Heling is niet spectaculair.
Ze is standvastig.
Ze is de kleine, consequente beweging weg van de draaikolk en terug naar vaste grond.
Ze is de keuze om je aandacht te verleggen.
Van hem naar jou.
Van controle naar vertrouwen.
Van ruis naar waarheid.

En ergens, midden in een dag die niets bijzonders had, merk je het.
Je denkt niet meer meteen in uitleg.
Je lichaam schrikt minder snel.
De stilte is niet langer een alarm, maar een kamer met licht.
Je bent niet genezen van herinneringen.
Je bent vrijer in wat je ermee doet.

Dat is de echte doorbraak.
Niet dat hij verandert.
Maar dat jij stopt met wachten tot hij jouw heling toestaat.
Je saboteert jezelf niet meer omdat je nu ziet wat waar is.
Jouw waarde was nooit te koop in zijn winkel.
Jouw kracht lag al die tijd bij jou.
Je raapt haar op.
Je legt haar neer op je eigen tafel.
En voor het eerst in lange tijd smaakt de koffie naar begin.