Anonieme getuigenis van een slachtoffer.

Leven met narcistisch misbruik – gaslighting, traumabinding en coercive control van binnenuit

Ze ontmoette hem op haar dertigste, geïntroduceerd tussen vrienden, een avond die rook naar kampvuur en gemak. Hij was geen type dat ze eerder had gekozen, maar hij droeg zorg met een vanzelfsprekendheid die kalmeerde. Hij was politieagent, zei hij, en dat verklaarde zijn afwezigheden, zijn telefoons die altijd net buiten bereik lagen, zijn gesprekken met vrouwen die “bij het werk hoorden”. Ze knikte. In die eerste weken werd zij het decor van zijn beterschap. De woorden vielen rond haar als warme dekens: jij verdient meer, ik ga dat zijn, wij twee tegen de rest. Achteraf noemt ze het liefde-bombing. Toen heette het eindelijk gezien worden.

Bij haar thuis was hij vaak, bij hem nooit. Wat vreemd voelde, kreeg een verhaal, en het verhaal kreeg de juiste toon. Hij kon uitleggen. Hij kon alles uitleggen. Intussen schoof er iets in haar lichaam: haar antennes, ooit zo scherp, raakten afgestemd op hem. Als hij stil werd, werd zij onrustig. Als hij lachte, ontspande haar rug. Ze leerde te leven op zijn weerbericht.

Zwangerschap bracht licht en lawaai. Er waren nachten dat hij haar om vier uur wakker maakte voor een gesprek dat nergens heen wilde behalve naar haar schuld. Een pot mayonaise die viel, werd bewijs dat zij niets in handen kon houden. Schoongemaakte kamers werden opnieuw gedaan, grondig en zwijgend, alsof het huis zelf tegen haar getuigde. Alcohol was in de buurt en tegelijk onbespreekbaar. Later zou blijken dat flessen niet alleen in kasten stonden maar ook in dakgoten, dat controle niet nuchterder maakte maar harder. Telkens wanneer ze “drank” zei, lachte hij het woord uit de kamer. Achteraf begrijpt ze: de drank was geen oorzaak, hoogstens benzine. Het patroon brandde op zichzelf.

Hun kind werd geboren en iedereen zag een trotse vader. Op familiefeestjes maakte hij haar klein voor ze vertrokken en straalde hij zodra er ogen bijkwamen. Het contrast werd een mes dat niemand leek te zien. Toen ze hem confronteerde met berichten, werd zij jaloers genoemd; toen ze vragen had over zijn afwezigheid, werd zij paranoïde. Gaslighting is geen term die je gebruikt terwijl je erin leeft. Je voelt alleen dat je je eigen kompas niet meer vertrouwt. Je bladert door je eigen dag alsof iemand anders hem geschreven heeft.

De nachten werden langer. Er waren dreigementen die begonnen als zuchten en eindigden als scripts: zonder jou maak ik er een einde aan, misschien neem ik hem wel mee, kijk dan wat je gedaan hebt. In haar lichaam klonk alleen nog alarm. Ze zweeg, ook toen vrienden zich rond hem schaarden omdat hij zo geloofwaardig bezorgd leek over haar “mentale toestand”. Vliegenier-apen, leert ze later. Mensen die mee gaan in het verhaal van de dader, vaak zonder het te beseffen. De perfecte isolatie ontstaat niet in een kelder; ze bouwt zich op in de hoofden van omstanders.

Er kwam een dag dat ze belde. Haar ouders kwamen binnen en zagen wat zij drie jaar lang verzweeg: deuren die niet meer sloten, muren met verhalen die niemand had willen horen, meubels die getuigden van avonden die niemand zou geloven. Ze ging mee. Thuis werd leeggehaald. Wat stond, werd vernield. Wat heel bleef, was haar angst. Volgens haar relaas klonken er woorden over een dienstwapen en over wat er zou gebeuren als zij stappen zette. Ze zette toch stappen. Ze stapte een bureau binnen en vond er procedures die anders werken wanneer de dader in uniform is. Ze stapte naar een rechter en leerde dat gelijk en gelijk krijgen twee talen zijn. Ze stapte terug haar bed in en merkte dat slaap iets is wat je zenuwstelsel je eerst opnieuw moet leren.

Scheiden is niet altijd het einde. Soms is het een nieuwe vorm van dezelfde greep. Post-separation abuse heeft vele gedaanten: e-mails die langer worden wanneer jij korter schrijft, dossiers die groeien wanneer jouw energie slinkt, rechtszaken die meer gaan over uithouding dan over recht. Zij zorgde jaren bijna altijd voor haar kind en vond zichzelf toch terug in een regeling die niet leek op wat geleefd werd. Alimentatie werd een rekensom die elke maand opnieuw moest worden bewezen. Intussen had hij een nieuwe relatie. Haar zoon sliep daar minder graag. Ruzies waren luid, zei hij. Zij luisterde. Ze tekende het op. Ze ademde. Ze stond op.

In de spiegel ziet ze nu geen “zure vrouw” zoals ooit gefluisterd werd, maar iemand die jaren lang heeft geprobeerd een storm te sussen met zachtere woorden. Ze herkent de dynamieken achteraf met namen die een vreemd soort rust geven: gaslighting voor de geslepen realiteitsverwarring, traumabinding voor de verslaving aan schaarse opluchting, coercive control voor het leven dat stukje bij beetje in beslag werd genomen, juridisch misbruik voor de strijd die buiten de relatie doorgaat, ouderverstoting als het kind in het spel wordt getrokken. Ze noemt ze niet om hem te labelen, maar om haar eigen geschiedenis terug te vinden.

Er is geen eenvoudige hiërarchie in kwaad. Berekening of chaos, psychopathische kilte of borderline-achtige explosies — voor omstanders lijken het verschillende stormen, voor wie er middenin staat is de uitkomst vaak dezelfde: een leven dat smaller wordt, een lichaam dat altijd wacht. “Drank was de vonk,” zegt ze nu, “maar hij brandde ook nuchter.” In die zin ligt de waarheid die haar zenuwstelsel eindelijk gelooft: de patronen waren geen uitzondering; ze waren het huis.

Herstel begon niet toen iemand het geloofde, maar toen zij zich weer geloofde. Ze houdt geen toespraken. Ze bouwt ritme. Ze documenteert rustig en feitelijk, niet om te overtuigen, maar om te blijven vertrouwen op haar eigen waarneming. Ze zegt minder en meent het meer. Ze antwoordt niet op lokstof. Ze kiest haar energie voor wat groeit: haar kind dat leert dat liefde niet schreeuwt, haar lichaam dat leert dat stilte niet straft, haar dag die weer gewoon een dag mag zijn. Soms huilt ze nog. Soms lacht ze onverwacht hard om iets kleins. Beide zijn tekenen van terugkeer.

Dit is haar getuigenis, in eigen woorden, volgens haar relaas. Geen spektakel, wel waar. Voor wie zichzelf herkent is er een pijnlijke troost: je bent niet gek. De dynamiek heeft namen omdat ze bestaat. En wie haar ziet, kan kiezen. Niet voor een perfect einde, maar voor een ander begin. Heling is traag en nederig en precies daarom betrouwbaar. Ze eindigt niet met wraak of met een groot gelijk, maar met een keukenraam op een kier, twee borden op tafel, een kind dat rustig eet, en een lichaam dat voor het eerst in jaren niet meer op wacht staat.

Strategische begeleiding bij narcistisch misbruik